Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als de [46]wachters der velden zijn zij rondom tegen [47]haar; omdat [48]zij tegen Mij wederspannig geweest is, spreekt de HEERE. 46. Die de velden bezetten, opdat het gejaagde wild nergens ontkome. 47. Belegerende Jeruzalem aan alle kanten; 2 Kon.25:2, enz. 48. Jeruzalem, uit vs.14.